Acupunctuur is een onderdeel van een behandelmethode in de traditionele Chinese geneeskunde (TCG). Hierbij worden naalden op acupunctuurpunten in het lichaam gezet. Deze methode bestaat meer dan 2500 jaar en is nauw verbonden met Chinese filosofie.
Volgens TCG zijn er 12 hoofdmeridianen, 8 extra meridianen (reservoir) in het lichaam. Ze hebben nauw verbinding met de interne organen. In de meridianen stroomt de Qi (levensenergie). Als deze stroming door welke factor dan ook geblokkeerd wordt, ontstaat er disbalans. Men wordt dan ziek. Door naald op een acupunctuurpunt of punten combinatie te zetten kunnen de blokkades opgeheven en balans hersteld worden.
Cupping is een techniek waarbij een vacuüm boven de huid van een patiënt gecreëerd wordt door er verhitte glazen of metalen bollen op te zetten. De lucht in deze glazen koelt dan af waardoor er een onderdruk ontstaat.
De therapie wordt gebruikt om 'stagnatie' te verlichten en de bloedsomloop te stimuleren. Het wordt gebruikt om ziektes zoals verkoudheid, kortademigheid en bronchitis te behandelen. Cupping wordt ook gebruikt om pijn aan de nek, rug, schouders en andere spieren te behandelen.
Met de Gua Sha techniek wordt met olie en een gepolijste jadesteen of een hoorn van een waterbuffel over de huid geschraapt. Hierdoor wordt de huid geactiveerd en gaat er bloed stromen uit de perifere haarvaten (petechiën). De behandeling kan bloeduitstortingen veroorzaken die meestal binnen 2 a 4 dagen weer verdwijnen.
Met de Gua Sha techniek kunnen diverse typen huidproblemen worden behandeld.